Nieuw lekkerlands

Nieuw lekkerlands bevat 27 gezegden, 241 woorden en 2 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

27 gezegden

Aan de andere kantOan de gunne kant
arbeidsongeschikt, ziekuit den bruik
dacht het wel dochut wel
de luwte van de dijk't lauwgie van d'n daik
Er wordt gezegd dat ...Er is praat over dat ...
heeft hij dat gedaan? hettie dat gedaan?
heen en weer guns en trug
het bliksemt't vuurt
Het grind harken met de hark De biggels kluitere met de kluiteruif
het stond in de krant het sting in de krant
hoe heette die meneer ook alweer? hoe hiette die vent ok alweer?
hoe noem je het hoe hiet ut
ik ga naar opa kga naar opaas
Ik werd bijna klem gereden ' k wier bekant stoof gereje
in de slaap overlijdens'oches dòòd wakker worden
kunt u een stukje naar voor gaan? ga ' s un stukkie naar voorne
monster in de slootde bullebak
pas op dat je niet valt goa nie legguh valluh
vallengaan leggen vallen
van deur tot deur, ieder huishuisie-ruim-op
Van het dijktalud afrollen Van de rol aftrule
Vooruit dan maar Vort mar weer
Wat wil je? Wa moh je?
wat zullen we gaan doen wa zamme gaan doen
welke moeten we hebben? wafferremommehebbe
Wie deelt heeft het meestWie deelt het t veulst
zijn werk niet in de eigen gemeente hebben (maar b.v. in Rotterdam)buitenaf werke

241 woorden

's avonds saevus
(soep-) balletje (soep-) ballegie

A

aangeven anreike
ach aach
achteruit truguit
adem asem
afwasteiltje tessie
alleen maar enkelt
allemaal ammel
Allerlei dingen Anderand spul
Alles wat aangespoeld is langs de vloedlijnDeek
angstig bunzig
Arie Aai, Aaichie

B

bangbunzig
bederfelijk weer bedurfelijk weer
bedorven bedurve
beetje Bietjie, biegie
beneden benee
besbers
Bietjes Krote
bijna temet, bekant
bladeren blaaie
bodem bòòjem
boerderdij hostee
boomgaard boogerd
boterhambammetje
Brandnetels Brunetels
bromvlieg strontvlieg of maaieschijter

D

dacht doch
dadelijk dalijk
DadelijkTemee
dakkapel kappeluis
dat kan niet da kin nie
Dezeden deuze
Deze met deze Duttemetdutte
Dezelfde dingen Eenderand spul
diarree an de rees
dichterbij korterbai
die heb ik niet die hak nie
dijk daik
dijk kaaï
dijkstoep hol
dijktalud rol
dikwijls dukkels
Dode Dooie
doeiooi
domino spelen dominee
domino spelen dominee-en
dorp durp
Drempel, dorpel Durpel
dubbeltje, tien cent duppie
durfde je er door? dorssie dr deur

E

Een smeerkeesEen onterik
Een steen over het water ketsen Schiffelen
een wagen met hooi een voer hooi
eendekuikens poelechies / poeletjies
egel stekelvarken
ei eigi
emmerimmer
erf (boerderij) wurf
ergens blij / trots op zijn grôôs
Even Effe, effies

F

fluim kwaaier
friemelen frotte
FrisbeeSchiffel

G

garage grazie
geërfd georven
geklets gezwam
geruild gerolen
gesp geps
gestorven gesturve
gezeur harseer
goed / leukde cupen
Goeiemorgen Môge
grasveld waarop wasgoed gebleekt werd bleek
greppel grippel
grind biggels
groene bromvlieg bedurver
grondlichaam naar brug over sloot hoveling

H

haar hair
harkkluitenruif
Hark Kluiteruif
harken kluitere
HarkenKluiteruive
Hè (In: Alleen maar koeien, hè ) Hé (In: Enkelt koeie, hé )
Heb je slaap Heb-ie vaak
heeft het
heeft u hebbie
heg, schutting heining
heleboel dot, boel
helemaal himmel
helemaal leegdol leeg
hersenen harses
het dijktaludde rol
het donker de donker
het erfd'n / de wurf
het steegje 't sloppie
HoofdHarses
hoofdpijn knarrebonk
huilen schreiuh
huilen, schreien schretten
hun hullie

I

iemand is gelijkmatig hij is eenderand
Ik weet het niet Kwinnie
Ik weet het niet Kwitnie, kwinnie
in de zomer seumers
in het donker in de donker
inderdaad krek

J

ja hoor beljaat
jus vet

K

kade kaai
kan ken
kanen fretsen
kanten mutsje harseslappie
keteltje keteltie
kijk kiék
kikker woeneker
klein klen
Knikker van aardewerk (klei) Kallekepoeper
knotwilg kopstoof
koe koei
konijn knijn
koolmees plakkertie
Kop en schotel Kop en bakkie
Kopje koffie Bakkie troost
kopje koffie kommigie koffie
kopje theebakkie thee
kopje thee kommigie thee
kopspijkertjebrezellinkie
krabben tegen jeuk jukke

L

ladder leer
laden laje
landhoofd naar brug over sloothoveling
langs langsaf
lieveheersbeestje kapoentje
liggen legge

M

machine mesien
maden maaie
markt mart
markt martie
mensen minsen
mest mist
moestuin bouwland of akker
Moeten Mottuh
molen meule
molenaar meulenaar
molshoopmolshopper
mooi weilandpuike kamp
mug mezik
mus mos

N

Naar beneden komen Onderkomme
naar de zijkant zijenuit
nee hoor belneent
neus peuteren neus pulleke
neven neefs (mv. van neef)
neven (mv. van neef) neefs
Niet nie
niet helemaal eerlijk persoon muikert
Nieuw lekkerlands Lekkerlans

O

onkruid rucht
onkruid verwijderen ruchte
ook ok
Oorworm Appelmainnetjie
op het nippertje wikkertie wak, wikkie wak
oprit naar dijk stoep
orgel urgel
overgeven kotse
overkant van de Lek overleks

P

pantoffels sloffies
pasgeleden onderlest
peen pegie
pissebedden beddezaaikers
politie pliesie
postbode postbooje

R

raamluiken dichtdoen blinden sluiten
rieten dak riete dak
rietendak rieendak
Rijpen Meuken
riviergrondel (klein soort visje)boerenlul
rochelkwaaier
rode wangen rôde kôhne
rollen troelluh
rollentrulen
rondkijken, snuffelen (in een winkel of markt ed) snubbeke
ruilengerolen
ruzie hakketak

S

schoenmaker schoenpik
Schone lakensSchôn Frieligie
slenteren stiefelen
sloot sloat
slootje greppel
snoepje snoepïe
spade spaai
spelen speulen
spugen spoege
steekvlieg meezik
stel je eens voor, denk je eens in verbeelie
stoffer Stofvarke
Stoffer en blik Varke en blik
stond sting, stong
straks strakkies
straks temee

T

teen, tenen tee, teeje
tegen teugen
TheedoekKommegiesdoek
tiendweg tieneweg
tijd voor een chocolade melk blookertijd
toch wel, evenwel evel
toilet plee
totziens / daag sjoer
touw tougie
trapje trapleer
trillen jutteren

V

VaakDuk
vaas pul
vakantie vekansie
vals spelen onneuze
veel veul
verderop, daar gunterweit
verf vurf
verschillende, verscheidene anderande
Visite 's avonds Kortaevunde
Vlieg Mug
vogel veugol
voor pampus, op apegapenvoor lello

W

wagen (hooiwagen) met luchtbandenbandenwagen
wankel tuitel
Wat zeg je als je weggaat Besjoerd
werf wurf
wesp weps
wieletjes trulegies
wiens wier
wild doen jakken
woordwurd
worteltjes peeje

Z

zei zee
zevenzeuven
zij (personen) zullie
zo dadelijk drek
zondag zundag
zorgen zurge

2 opmerkingen

  1. Het is de vraag in hoeverre de woorden uit bovenstaande lijst slechts in Nieuw-Lekkerland en de Kinderdijk gebruikt werden (worden) . Waarschijnlijk heeft ieder woord afzonderlijk zijn eigen `verspreidingsgebied` dat groter kan zijn dan alleen Nieuw-Lekkerland en de Kinderdijk. De uitspraak van de woorden is wél karakteristiek voor het Nieuw-Lekkerlands, zie hiervoor Wikipedia. (Aad van Meerkerk).
  2. In mijn jeugd hadden wij een tuin op de `rol` Dat was de helling van de dijk, Ik denk dus dat `Van de rol aftrule` beter vertaald kan worden als `Van de dijkhelling afsleëen` Trouwens: `Dijk` = `Daik`
    Als een bezoeker van deze site zeker weet dat voorgaande klopt, wil die dan de correcties aanbrengen?